Met behulp van de nieuwe zeesluis groene energie opwekken voor een elektrisch aangedreven treinverbinding richting Gent. Daarmee wonnen studenten en young professionals Maya, Shiyu , Nicolas en Julia de Summerschool ‘Testrit Omgevingswet’ in Terneuzen. Een samenvatting van de drie inspirerende dagen die we beleefden in de Kanaalzone.
Drie dagen lang (van 1 tot en met 3 maart) werkten 24 studenten aan een omgevingsvisie met een speciale focus op omgevingsveiligheid voor het grensgebied tussen Gent en Terneuzen. Daarbij was de opdracht rekening te houden met de opening van de nieuwe zeesluis die in 2022 open gaat – en het gebied naar alle waarschijnlijkheid een economische impuls zal geven – en met het feit dat we in België en Nederland anders omgaan met ruimtelijke ordening en externe veiligheid.
Een vol programma
Tijd om achterover te leunen was er niet. Net als eerdere summerschools in Sloterdijk en Wijk aan Zee zat het programma van uur tot uur vol. Op dag 1 kregen de deelnemers na ontvangst op het stadhuis een grote hoeveelheid aan informatie te verwerken: over de Omgevingswet, omgevingsveiligheid en over de ruimtelijk-economische ontwikkelingen in het gebied rondom het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Dag 2 stond in het teken van belangen. ’s Ochtends hebben we geleerd hoe kunstmestfabrikant Yara, een bedrijf waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden gebruikt in de productieprocessen, omgaat met veiligheid en de omgeving. ’s Middags stond in het teken van speeddates met verschillende stakeholders (o.a. Stadsraad, Rijkswaterstaat, Omgevingsdienst, Veiligheidsregio, Gemeente, Havenbedrijf en BZW).
De tijd dringt
En dan is er nog pakweg 20 uur over om je omgevingsvisie te bedenken, uit te werken in 20 slides van 20 seconden aan een vakjury te presenteren. Die tijd werd volop benut: verschillende groepjes werkten tot in de vroege uren door aan hun plan. Aan burgemeester Jan Lonink (Terneuzen), directeur Veiligheid en Risico’s Peter Torbijn (Ministerie van Infrastructuur en Milieu), programmamanager van het netwerk Ontwerp Veilige Omgeving Marion van der Voort, Externe Veiligheidsspecialist Tonia Nagtegaal (Veiligheidsregio Zeeland) en manager externe relaties Gijsbrecht Gunter (Yara) de eer om het eindresultaat te beoordelen. Winnend groepje ‘Connected Landscape’ ging ervandoor met een cheque van 2.000 euro te besteden aan studiedoeleinden.
De 6 visies
In je SAS in de gezondste haven
Groep 1: Ivory, Max, Kyle en Cynthia
We kunnen streven naar de top 10 van grootste havens, maar we kunnen ook de nummer 1 worden als gezondste haven van Europa. Economische groei en een leefbare woonomgeving kunnen volgens groepje 1 alleen samengaan als je kiest voor een integrale, deliberatieve visie. Safety, Alliance en Sustainability zijn daarom de speerpunten waar je op moet richten. Het aanwijzen van functie- en bufferzones, een bouw- en renovatiestop in risicogebieden en geïsoleerd bouwen tegen externe veiligheidsrisico’s zijn invullingen van speerpunt Safety. Alliance kan worden behaald doorte investeren in een gezamenlijke risicokaart en noodplannen en intergemeentelijke samenwerking. En als het gaat om Sustainability kiest groepje 1 voor klimaatneutrale woonkernen en een toelatingsbeleid voor circulaire, nieuwe industrie.
Meerzijdige identiteit in het landschap
Groep 2: Rixt, Sandu, Eileen, Bouke
‘Identiteiten kunnen niet zonder elkaar, ze versterken elkaar in dit gebied’, stelt Sandu. Daarom koos groepje 2 voor het investeren in één sterke identiteit die “zon, zee strand”, industriegebied en Zeeuwslandschap samenvoegt. Die identiteit kan het beste worden versterkt door het gebruik van landmarks en fysieke ingrepen in het landschap. Zo zou Sas van Gent haar uiterwaarden nadrukkelijker naar voren kunnen laten komen en zou je cultureel erfgoed zoals de staatslinie een prominentere rol in het landschap kunnen geven.
Connected landscape
Groep 3: Nicolas, Maya, Shiyu, Julia
Verbondenheid centraal in een “connected landscape”, dat is de hoofdmoot van de omgevingsmissie van winnend groepje 3. Groene stroom is een belangrijke verbinder. Nicolas: ‘Inwoner Joop uit Sluiskil woont straks in een gebied met nog meer bedrijvigheid en risico’s. Om de levenskwaliteit van Joop te verbeteren én economische groei in de Kanaalzone te realiseren moeten bedrijven en bewoners onderling verbonden worden. We willen daarom toewerken naar een modal split en de wegen weer vrij maken voor bewonersverkeer, een goede verbinding tussen Gent en Terneuzen en fietsbereikbaarheid. Ten behoeve van bedrijven realiseren we een groene treinverbinding, aangedreven door stroom uit de nieuwe zeesluis en buisleidingen voor het onderling coöperatief transport van grondstoffen. Zo zitten beide elkaar niet in de weg.’
Levensader Gent – Terneuzen
Groep 4: Lennart, Ewout, Merel, Lucy
Het Kanaal is geen Kanaal, maar een levensader. Dat is uitgangspunt van groepje 4. Hun aanpak gaat uit van de verschillende schaalniveaus. Internationaal is bekendheid en economie het speerpunt van de Kanaalzone. Samenwerking over de grens is daarvoor noodzakelijk. Regionaal is een gunstig vestigingsklimaat en clustering van bedrijven nodig, waar buistransport en synergie tussen bedrijven een belangrijke rol in zouden moeten spelen. En lokaal draait het om veiligheid en leefkwaliteit. Daarom moet de menselijke maat terug, moet het landschap visueel aantrekkelijk gemaakt worden en er ruimte komen voor recreatie. Daarom de leus: ‘Omarm het Kanaal, start lokaal’.
Alles rond
Groep 5: Anke, Hidde, Jonathan, Inge
Groep 5 kiest voor circulaire clusters en verbonden kernen. Hidde: ‘We zien veel mogelijkheden voor de uitwisseling van grond- en afvalstoffen tussen bedrijven. De Kanaalzone zou een vooroploper kunnen zijn in circulaire economie. Yara levert restwarmte aan tuinders in de regio. Dit soort koppelingen zouden veel meer gemaakt kunnen worden. Noem het “Green Buddies”. Niet alleen tussen bedrijven, maar ook richting bewoners. Hoe fantastisch zou het zijn als werknemers van de bedrijven hun huizen verwarmen met restwarmte van de fabriek waarvoor ze werken?’. De circulariteit vertaalden ze ook door op kennis. Bewoners en bedrijven zouden informatie veel transparanter met elkaar moeten delen, bijvoorbeeld als het gaat om veiligheidsrisico’s van bedrijfsactiviteiten. ‘Iedereen is een veiligheidsexpert’.
Energiepositief in 2030
Groep 6: Bart, Imane, Sabine, Jonas
Zoveel mogelijk stroom opwekken en zo min mogelijk CO2-uitstoot. Wie in 2030 energiepositief wil zijn, moet op die twee dingen inzetten. Dat kan, volgens groep 6, in een symbiotische samenleving met een citylab voor risico’s. Dat houdt in dat we gaan experimenteren met risico’s – maar op een bewuste manier- , dat bewoners participeren als het gaat om thema’s als externe veiligheid, dat burgers en bedrijven duidelijk met elkaar communiceren en we verbindingen leggen tussen bedrijven en bewoners.
De summerschool werd georganiseerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, in samenwerking met het netwerk Ontwerp Veilige Omgeving, de gemeente Terneuzen, de Veiligheidsregio Zeeland en andere lokale stakeholders.