altijd samen

Mobiel internet verandert de stad momenteel drastisch. De vraag aan stedebouwers en andere urbanisten is hoe ze daarop moeten reageren.

Toen Steve Jobs 12 jaar geleden iTunes introduceerde was de muziekindustrie vooral bezig om het internet te bestrijden. Terwijl de ene illegale downloadsite na de andere het levenslicht zag, dacht de industrie vooral na over het verbieden daarvan. Logisch, als je wordt aangevallen ga je je verdedigen. Jobs had geen belangen in de muziekindustrie en zag vooral de kansen. “Stelen is slecht voor je karma”, vond Jobs, en dus bedacht hij de betaalsite iTunes die niet alleen legaal was, maar ook veel handiger dan al die jatsites bij elkaar. Wat er écht gebeurde: Jobs snoepte een flink deel af van de geldstroom die traditioneel naar platenmaatschappijen ging. Dat vonden die platenbakkers niet fijn.

Internet verandert letterlijk anders. En iedereen is een keer aan de beurt. Stedebouwers en andere urbanisten die dachten dat ze daar al doorheen waren, zitten ernaast. Natuurlijk, hun skills zijn veranderd. In plaats van tekenen met potlood en papier, tekenen ze nu op een scherm. Maar wat ze tekenden kon jarenlang hetzelfde blijven en dat bleef het ook.
Daar komt nu definitief een einde aan. Nu al heeft ruim de helft van alle Nederlanders een smartphone en over een paar jaar echt iedereen. Daardoor is iedereen altijd en overal met elkaar en met alle informatie op het wereldwijde web verbonden. De impact daarvan is te vergelijken met de industriële revolutie en het zal onze steden, net als anderhalve eeuw geleden, onherkenbaar veranderen.

Het lastige van het voorspellen van de toekomst is dat die voorspellingen niet uitkomen. Of veel later. Of anders vormgegeven. Maar de voortekenen zijn interessant. Iedereen kent ondertussen wel de QR-winkels van Tesco in Korea, maar de supermarkt past het nu ook toe in Groot-Brittannië (nog als test, want er is meer te verliezen). En iedereen lachte vroeger schamper bij het idee dat je op afstand je thermostaat kon regelen, maar ondertussen biedt iedere energiemaatschappij het aan. En je gaat alleen nog maar naar kantoor om interessante mensen te ontmoeten. Werken doe je wel thuis, of in de trein. Oh ja, bedrijventerreinen? Was dat niet iets van vóór de 3D-printer? (Kijk in dit filmpje zeker vanaf 1:36 minuut, naar het stukje over businessmodellen.).
Hé, vraagt u zich af, dit was toch al lang aan de gang. En u heeft gelijk. We hebben al weer zo’n 20 jaar internet in huis. Eerst via piepjes en kraakjes en nu via glasvezel. Maar dat was zeer plaatsgebonden. Als je naar een andere kamer ging, was je meteen net zo analoog als in de jaren zeventig. De revolutie schuilt in het feit dat iedereen verbonden is.

De vraag is hoe je daarop moet reageren. T-mobile kwam met een aantal commercials van hoe Ali B en zijn vrienden omgaan met de nieuwe tijd. Treffend is de commercial waarin Ali B en Brownie Dutch samen boodschappen doen, maar minder geslaagd die waarin hij maar geen afscheid kan nemen van zijn zoontje. Natuurlijk is het prachtig dat je altijd verbonden kan zijn met je geliefden, maar het vervangt natuurlijk op geen enkele manier het echte voorlezen van een verhaaltje.
En dat is ook precies waar het heen gaat met de stad. Praktische zaken als boodschappen doen verdwijnen naar het internet, maar voor kwaliteit blijven we elkaar gewoon opzoeken.